Hoe wordt de diagnose van autisme gesteld?

Hoe wordt de diagnose van autisme gesteld?

Kinderarts, psychiater of psycholoog zullen definitieve diagnose van autisme moeten stellen

Een zeldzame aandoening is autisme zeker niet (meer). De discussie over het vaker of minder vaker dan vroeger voorkomt, woedt nog steeds in alle hevigheid. Sommigen beweren dat het een ziekte is van deze tijd, zonder daarvoor met overtuigende argumenten voor de dag komen. De contra’s stellen dat autisme vroeger ook veel vaker voorkwam dan aangenomen, maar als dusdanig niet werd (h)erkend. De medische wetenschap is inmiddels veel verder opgeschoten, zodat de diagnose van autisme nu duidelijk kan worden gesteld.

Op elke 10.000 mensen zijn er werelwijd 10 of 20 die autisme ontwikkelen. Dat stemt dus overeen met 0,10 tot 0,20%. Volgens sommige specialisten ligt het echte percentage zelfs nog iets hoger. Opvallend (en algemeen geweten) is dat autisme meer voorkomt bij jongens dan bij meisjes. Er zijn ongeveer vier keer meer jongens dan meisjes bij wie autisme vastgesteld wordt.

De vraag is dan natuurlijk: hoe wordt de diagnose van autisme gesteld? De ouders zullen uiteraard een aantal waarschuwingssignalen hebben opgevangen, maar uiteindelijk zullen toch kinderarts, psychiater, psycholoog of iemand anders uit de medische wereld de definitieve diagnose van autisme moeten stellen. Alleen in dat geval hebt u 100% zekerheid dat uw kind aan autisme lijdt.

Zijn er signalen die (kunnen) wijzen op autisme, dan zal de dokter aan zijn onderzoek beginnen. In een eerste fase zal hij het kind gaan evalueren door zijn of maar volledige medische geschiedenis door te nemen. Die kan namelijk elementen bevatten die in de richting van autisme wijzen. Vervolgens volgt er een fysische doorlichting. Iemand die vertrouwd is met autisme, zal uiteindelijk weinig moeite hebben om de aandoening als dusdanig te (h)erkennen.

Laboratoriumtests om autisme op basis van chemische stalen vast te stellen bestaan er (nog) niet, maar wel kan aan de hand van foto’s of testen op het bloed gepoogd worden om vast te stellen of er sprake is van een fysische afwijking die de autisme-symptomen veroorzaakt.

Ontbreekt zo’n fysische afwijking, dan moet het onderzoek worden verder gezet door iemand die gespecialiseerd is in kinderen met ontwikkelingsstoornissen. Een kinderpsychiater of een ervaren psycholoog zijn dan voor de hand liggende keuzes. Aangezien autisme, zoals we hierboven al zeiden, niet echt zeldzaam is, zijn er voldoende mensen met voldoende kennis van de aandoening voorhanden. De uiteindelijk diagnose (autisme of geen autisme) zal dan worden gesteld op basis van een diagnose van het ontwikkelingsniveau van het kind. Daarnaast zal ook zijn of haar gedrag onder de loep worden genomen, evenals de reacties wat betreft spraak.

Bij het uiteindelijk stellen van de diagnose is samenwerking tussen alle betrokken partijen – ouders, onderwijzend personeel, vrienden, andere verwanten – noodzakelijk. Zij kunnen namelijk vertellen over de manier waarop het kind zich gedraagt, speelt, omgaat met andere kinderen enzovoort. Wanneer blijkt dat er zich op het sociale vlak belangrijke stoornissen voordoen, mag de diagnose ‘autisme” met een grote mate van zekerheid gesteld worden.
 

Syndicatie