De bof of dikoor kan ook zonder symptomen voorkomen
Incubatieperiode bedraagt 16 tot 18 dagen, maar deze periode kan uitlopen tot 25 dagen
De bof of dikoor is een besmettelijke virale infectie die een pijnlijke zwelling van speekselklieren kan veroorzaken. Die zwelling komt voor tussen het oor en de kaak, zodat de naam bof of dikoor alleszins op zijn plaats is. Ongeveer één op drie mensen met bof of dikoor zal geen gezwollen speekselklieren.
De bof of dikoor wordt veroorzaakt wanneer iemand die besmet is in uw buurt niest of hoest of wanneer u gezamenlijk (van het hetzelfde bestek of uit hetzelfde glas) gegeten of gedronken hebt. De symptomen van de bof of dikoor gelijken op die van de griep: maagpijn, gezwollen wangen en gezwollen en pijnlijke testikels. De bof of dikoor kan echter ook zonder symptomen voorkomen, wat maakt dat het een vrij onvoorspelbare aandoening is. Algemeen kan de bof of dikoor verschillende lichaamsystemen aantasten, zodat de symptomen een breed scala kunnen vertonen.
De incubatieperiode voor de bof of dikoor bedraagt 16 tot 18 dagen, maar deze periode kan uitlopen tot 25 dagen. Ze start wanneer u in aanraking bent gekomen met iemand die drager is van het virus en eindigt wanneer uzelf de eerste symptomen van de bof of dikoor vertoont. Besmette personen kunnen het virus verspreiden van 1 of 2 dagen alvorens de symptomen starten tot 5 tot 9 dagen nadat de symptomen verdwenen zijn.
De diagnose voor de bof of dikoor is - wanneer er zich inderdaad symptomen voordoen - niet zo moeilijk te stellen. Er kan op de eerste plaats worden nagegaan of er mensen in de buurt besmet waren. Bovendien verraden de zwellingen aan het hoofd steeds de bof of dikoor. Ook het zacht worden van de speekselklieren mag als een symptoom van de bof of dikoor beschouwd worden. Daarnaast zijn er nog andere symptomen als een stijve nek, hoofdpijn en pijnlijke testikels.
Indien noodzakelijk kan een bloedtest, zoals de ELISA of EIA (enzyme-linked immunosorbent assay) afgenomen worden om de diagnose te bevestigen of te ontkennen. Er bestaat namelijk steeds een mogelijkheid dat de symptomen door een andere aandoening veroorzaakt werden. De aanwezigheid van het virus zelf kan aangetoond worden door een bloedstaal, door de urine of door een punctuur van het ruggengraatmerg te nemen. Over het algemeen is het echter niet noodzakelijk om deze testen af te nemen, de symptomen spreken meestal voor zich.