Westen kijkt heel anders tegen acupunctuur aan als China
Westen kijkt heel anders tegen acupunctuur aan als China
Onze acupuncturisten proberen zenuwen, spieren, weefsel en bloedstroom te stimuleren
De discussie over acupunctuur woedt al jarenlang, waarbij voor- en tegenstanders tegen elkaar in het strijdperk staan. De voorstanders van deze traditionele Chinese behandelingsmethode proberen te bewijzen dat het aanbrengen van naalden in het menselijk lichaam wel degelijk positieve resultaten oplevert, de tegenstanders bewijzen aan te tonen dat er in geen enkel geval sprake van is.
Tot dusver liggen er nog altijd geen overtuigende bewijzen op tafel dat de ene of de andere stelling bewijzen. Inmiddels ligt er wel een studie op tafel die zou aantonen dat acupunctuur wel degelijk een genezend effect heeft. Die studie werd opgesteld onder leiding van Andrew Vickers, een onderzoeker aan het Memorial Sloan-Kettering Cancer Center in New York. In de Verenigde Staten geldt Vickers als een specialist in zijn materie.
Vickers vertrekt van de stelling dat het westen lang heeft gedacht dat de reden waarom acupunctuur werkte was dat de mensen dachten dat de behandeling werkte. Inmiddels zijn we in zijn visie dit stadium al voorbij, de behandeling met naalden heeft wel degelijk effect.
Het probleem is dat het westen heel anders tegenkijkt tegen acupunctuur als China. De traditionele Chinese naaldenleer legt de behandeling uit als een techniek om de energievloed in het menselijk lichaam in balans te brengen. Het aanbrengen van naalden op specifieke plaatsen in het lichaam beïnvloedt die energievloed, uiteraard in een positieve zin.
Onze acupuncturisten proberen zenuwen, spieren, weefsel en bloedstroom te stimuleren, wat uiteraard een heel andere aanpak is. Zelfs Chinezen die vertrouwd zijn met de traditionele acupunctuur twijfelen soms aan de werkzaamheid van onze westerse versie van deze geneesmethode. We vrezen dat de discussie tussen welles en nietes nog wel een tijdje kan blijven voortduren.