Wetenschap is drager Ebola en Marburg virussen op het spoor
Wetenschap is drager Ebola en Marburg virussen op het spoor
Ebola en Marburg, twee van de meest dodelijke infectieziektes in de wereld, worden mogelijk veroorzaakt door fruitetende vleermuizen
Ebola en Marburg, twee van de meest dodelijke infectieziektes in de wereld, worden mogelijk veroorzaakt door fruitetende vleermuizen, zo blijkt uit een studie verschenen in het tijdschrift BioMed Central. Tot de conclusie dat er fruitetende vleermuizen in het spel zijn, werd duidelijk na een onderzoek van vijf jaar in de jungle van Midden-Afrika.
Het team van internationale virusjagers identificeerde een vruchtenetende vleermuis die de gastheer van beide dodelijke infectieziektes zou zijn. Bovendien zijn de Ebola en Marburg als dodelijke infectieziektes veel ruimer verspreid dan tot dusver was aangenomen.
De uitslagen van het onderzoek zijn gebaseerd op bloedtesten bij meer dan 2.000 vleermuizen in Gabon en de Republiek Kongo. Daarmee lijkt een raadsel te zijn opgelost waar al 30 jaar een oplossing voor werd gezocht. Het was tot dusver namelijk allesbehalve duidelijk welk dier drager was van de Ebola en Marburg virussen zonder zelf ziek te worden. Met de wetenschap dat het om vleermuizen gaat, kan worden gekeken waarom die ongevoelig blijven voor de ziekte. Uiteindelijk kan zo een geneesmiddel worden ontwikkeld tegen Ebola en Marburg, die als dodelijke infectieziektes fatale bloedingen en het uitvallen van organen veroorzaken.
John Mackenzie, een Australische viroloog die werkt voor de World Health Organization, merkt op dat ganse teams wetenschappers in de voorbije jaren tevergeefs gezocht hebben naar de dragers virus. Het was absoluut noodzakelijk dat die dragers bekend raakten, kwestie van meer over de Ebola en Marburg virussen aan de weet te komen. Volgens Mackenzie kan er nu pas op een ernstige en doeltreffende manier worden gezocht naar een behandeling voor de beide virussen.
Marburg werd voor het eerst in 1967 opgemerkt, toen het virus uitbrek in laboratoria in de twee Duitse steden Marburg en Frankfurt. Ook in de Servische hoofdstad Belgrado werd toen een uitbraak van Marburg virus vastgesteld. Het virus werd geïmporteerd door groene apen die uit Afrika kwamen voor onderzoek en voor de productie van polio vaccins. Negen jaar later was er een uitbraak van Ebola aan de oevers van de Ebola rivier in de Democratische Republiek Congo.
Tal van dieren werden tot dusver tevergeefs onderzocht op sporen van Ebola en Marburg. Al in 2005 werd in Nature gerefereerd naar vleermuizen in grotten als mogelijke dragers van Ebola en Marburg. In maart 2009 werden sterke bewijzen gevonden dat het inderdaad fruitvleermuizen waren die verantwoordelijk waren voor een uitbraak van het Ebola virus. De nu verschenen studie is de eerste die aangeeft dat Ebola en Marburg in vleermuizenpopulaties in hetzelfde land voorkomen. Ebola is Gabon al voorgekomen, Marburg nog niet. De aanwezigheid van het virus bij vleermuizen kan echter een potentieel gevaar inhouden, een uitbraak van de ziekte op grote schaal blijft mogelijk.