Hoe wordt een obsessieve-compulsieve stoornis (OCS) of dwangneurose aangepakt?
Hoe wordt een obsessieve-compulsieve stoornis (OCS) of dwangneurose aangepakt?
Confrontatie met risicosituaties kan oplossing voor obsessieve-compulsieve stoornis (OCS) of dwangneurose bieden
Vaak wordt een obsessieve-compulsieve stoornis (OCS) of dwangneurose onderschat, maar dat is een misvatting. In het ergste geval kunnen dwanggedachten tot serieuze problemen aanleiding geven. Daarom is het zaak om in een voldoende vroeg stadium om hulp te vragen. Het opmerkelijke is dat de patiënt in het geval van deze aandoening wel degelijk weet dat er iets scheelt.
Hoe wordt een obsessieve-compulsieve stoornis (OCS) of dwangneurose aangepakt? Geneesmiddelen is vaak de eerste gedachte, maar die gaan de symptomen en niet de oorzaken bestrijden. Voor een oplossing op langere termijn komen we daarom automatisch bij gedragstherapie of cognitieve gedragstherapie terecht. Voor welke vorm van therapie zal worden gekozen, is grotendeels afhankelijk van de behandelende dokter.
Confrontatie met risicosituaties kan een oplossing voor obsessieve-compulsieve stoornis (OCS) of dwangneurose bieden. Stel dat een patiënt ’s avonds voortdurend een bepaald voorwerp gaat groeten, dan kan men hem of haar aantonen dat het geen schadelijke gevolgen heeft wanneer dit een aantal dagen achter elkaar niet is gebeurd. Zo wordt aangeleerd dat het afstappen van dwangmatig gedrag geen negatieve gevolgen heeft. Het leerproces kan echter van relatief lange aard zijn, afhankelijk van de ernst van de aandoening.