Kinderen met autisme in de VS krijgen steeds vaker stemmingsbepalende medicijnen toegediend
Kinderen met autisme in de VS krijgen steeds vaker stemmingsbepalende medicijnen toegediend
Helft van de Amerikaanse kinderen met autisme krijgen medicijnen tegen angst, depressie, psychose of hyperactiviteit toegediend
Eén van de aandoeningen waar we nog altijd veel te weinig van weten, is autisme. Nochtans zou een betere kennis van deze aandoening meer dan welkom zijn, want maar liefst 6% van de kinderen zou naar verluidt in meer of mindere mate stoornissen uit het autistisch spectrum vertonen.
De echte probleemgevallen zijn duidelijk zeldzamer, volgens het Amerikaans National Institute of Mental Health zou 1 op 88 kinderen autistisch zijn. De Centers for Disease Control and Prevention stellen anderzijds vast dat de aandoening voor 1980 zelden of nooit werd vastgesteld. Anderzijds moet toegegeven worden dat we op dat moment nog veel minder van autisme wisten dan nu het geval is.
Joseph Horrigan, hoofd medical research voor de Amerikaanse vereniging Autism Speaks, merkt op dat autisme vaak gepaard gaat met een andere aandoening. Dat bemoeilijkt uiteraard de strijd tegen de aandoening vanwege de complicaties verbonden aan een meervoudig syndroom.
Kinderen met autisme krijgen in de Verenigde Staten steeds vaker stemmingsbepalende medicijnen toegediend. Het zou meer bepaald gaan om 56% van de kinderen in de leeftijdsklasse tussen 6 en 17 jaar. Het is de eerste keer dat een dergelijke rondvraag werd gedaan en de resultaten er van kunnen op zijn zachtst gezegd opmerkelijk worden genoemd.
De helft van de Amerikaanse kinderen met autisme krijgen medicijnen tegen angst, depressie, psychose of hyperactiviteit toegediend, zo blijkt. Wat de gevolgen zijn van dit medicijngebruik, is vooralsnog niet helemaal duidelijk. Volgens Horrigan wordt vooral bij jongere kinderen het opduiken van andere stemmingsbeïnvloedende stoornissen zwaar onderschat. Hij roept op om daar in de toekomst meer aandacht aan te besteden.