Erfelijkheid kan bepalend zijn voor bedwateren of niet-bedwateren
Erfelijkheid kan bepalend zijn voor bedwateren of niet-bedwateren
Maar andere factoren spelen eveneens een rol in het verhaal in het verhaal van het bedwateren
Erfelijkheid kan bepalend zijn voor bedwateren of niet-bedwateren, zo blijkt uit recent wetenschappelijk onderzoek. Maar andere factoren spelen eveneens een rol in het verhaal. Howard Bennett, kinderdokter en schrijver van Waking Up Dry: A Guide to Help Children Overcome Bedwetting, vindt het te makkelijk om bedwateren alleen aan genetische factoren toe te schrijven.
Toch merkt hij op dat de erfelijkheidsfactor niet mag onderschat worden. In drie van de vier gevallen van bedwateren was er sprake van één van de ouders die eveneens last hebben gehad van bedwateren. Meestal hebben ook andere familieleden zich aan bedwateren bezondigd. Wanneer bedwateren genetisch bepaald is, blijft het natuurlijk de vraag welke genen verantwoordelijk zijn voor bedwateren.
Wetenschappers zijn er overigens al in geslaagd om enkele genen die mee verantwoordelijk zouden zijn voor bedwateren, meer bepaald door het 's nachts uitstellen van de controle over de blaas. Deze genen die verband houden met bedwateren bevinden zich op de chromosomen 13, 12 en 8. Bennett merkt op dat het zeker geen slechte zaak is dat ook ouders ervaring met bedwateren. Op die manier wordt het makkelijker om de problemen van de kinderen die bedwateren te begrijpen.
Genen vervullen weliswaar een rol in het verhaal, maar zijn dus niet de enige verantwoordelijken voor het bedwateren-verhaal. De wetenschap heeft een aantal andere factoren geïdentificeerd die mee verantwoordelijk zijn of een kind al dan niet gaat bedwateren.
Zo kan de communicatie tussen blaas en hersenen vertraging oplopen, waardoor er tijdens de slaap verkeerde signalen worden uitgezonden. Bij sommige kinderen leidt dit onvermijdelijk tot bedwateren. Ook een vertraagde hormonenwerking kan een rol spelen, waarbij meer bepaald de hormonen in het spel zijn die de nieren vertellen dat ze minder urine moeten aanmaken. Het is bewezen dat bij kinderen die bedwateren deze hormonen tijdens de slaap in onvoldoende mate aangemaakt worden.
Ook diepe slapers kunnen meer last hebben van bedwateren. Sommige kinderen bedwateren omdat hun hersenen het signaal niet ontvangen dat de blaas vol is. Daarnaast kan ook een kleinere functionele blaas mee een rol spelen bij het bedwateren. Ook constipatie is een (misschien onverwachte) mogelijke oorzaak van bedwateren. De darmen zijn vol, duwen tegen de blaas met bedwateren tot gevolg.