Heroïnehaarden bevorderen de uitbreiding van hepatitis C
Moeilijker te behandelen soorten hepatitis C komen méér voor bij druggebruikers
Ze duiken steeds vaker op in het straatbeeld van zowel de grootsteden als de kleinere steden: het aantal heroïneverslaafden is de afgelopen jaren gevoelig toegenomen. Volgens sommige politiediensten is dit het gevolg van het feit dat er een steeds groter aanbod van heroïne op de markt verkrijgbaar is. Waardoor er ook steeds meer verslaafden rondlopen. Ook in onze steden maakt het fenomeen van de heroïnehaarden opgang, plaatsen waar de junkies in groep gebruiken. En dus van dezelfde naald gebruikmaken. Met alle gevolgen vandien.
Bij injecterende druggebruikers komen namelijk moeilijker te behandelen soorten hepatitis C (HCV) significant méér voor. Dat blijkt uit een studie van de Universiteit Hasselt en het Ziekenhuis Oost-Limburg. “De verschillen tussen die zogenaamde HCV-genotypes beïnvloeden nog steeds de kans op een succesvolle behandeling”, aldus de onderzoekers. De resultaten werden onlangs gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift ‘The Journal of Hepatology’.
Wereldwijd zijn naar schatting 85 miljoen mensen geïnfecteerd met het hepatitis C Virus (HCV). In het Westen komt het virus vooral voor bij mensen die drugs inspuiten. Gemiddeld is 65% van de intraveneuze druggebruikers en meer dan 80% van de personen die langer drugs gebruik(t)en, geïnfecteerd met HCV. Na 20 jaar evolueert 15% van de druggebruikers naar cirrose en wordt een levertransplantatie vaak het laatste redmiddel.
“Sinds enkele jaren is hepatitis C relatief eenvoudig te behandelen. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) wil de verspreiding van hepatitis C tegen 2030 dan ook met 90% reduceren”, zegt doctorandus Rob Bielen (UHasselt/ZOL). Grote verschillen HCV kent verschillende ondersoorten of ‘genotypes’. “Die classificatie is gebaseerd op het genetisch materiaal in het ribonucleïnezuur (RNA) van het virus. In totaal zijn er zeven HCV-genotypes bekend, waarvan er vijf ook nog eens subtypes (a/b) hebben.