Problemen bij depressie moeten ontrafeld worden, probeer negatieve gedachten om te buigen

Problemen bij depressie moeten ontrafeld worden, probeer negatieve gedachten om te buigen

Cognitieve therapie kan manier van denken bij depressies wijzigen

Over de toepassing van cognitieve therapie bij depressies zijn al hele boeken volgeschreven. De cognitieve therapie werd ontwikkeld in de jaren 60 van de vorige eeuw, waarbij ze inderdaad aanvankelijk werd toegepast voor de bestrijding van depressies. Het begrip cognitieve therapie is een vlag die een brede lading dekt. Waar gaat het eigenlijk om?

Judith S. Beck is directeur van het Amerikaanse Beck Institute for Cognitive Therapy and Research en mag dus verondersteld worden om alles af te weten van cognitieve therapie. Volgens Beck is de essentie van cognitieve therapie de idee dat gedachten onze stemmingen beïnvloeden. Om de stemming te verbeteren, moet dus de stemming worden verbeterd.

In de visie van de cognitieve therapie is een depressie het gevolg van aanhoudend negatieve gedachten, gedachten die niet het gevolg zijn van een denkproces maar die automatisch komen. Beck geeft een aantal voorbeelden van zulke negatieve gedachten die het stemmingsbeeld van iemand die depressief is vertroebelen.

Niets lukt me, ik doe altijd alles fout
Ik ben de slechtste moeder die er op de hele wereld rondloopt
Ik ben veroordeeld om mijn hele leven ongelukkig te zijn
Met mij wordt het toch nooit wat, ik rotzooi maar wat aan

Volgens Beck bevatten deze gedachten weliswaar een grond van waarheid, maar worden ze sterk overdreven. Iemand die depressief is, zal overdrijven in het negatieve. Het is aan de cognitieve therapie om daar iets aan te doen. Bij die cognitieve therapie komt het er op aan om negatieve gedachten te leren kennen en corrigeren. Op die manier wordt de depressie daadwerkelijk aangepakt, want de betrokkene zal echte en valse gevoelens uit elkaar weten houden.

Beck merkt op dat bij cognitieve therapie geen sprake is van positief denken, maar wel van realistisch denken. Hoe realistischer iemand gaat denken, hoe beter hij of zij zich gaat voelen. In de cognitieve therapie wordt er vanuitgegaan dat een probleem verschillende invalshoeken kan hebben. Het komt er op aan om het probleem te ontrafelen. Wat zijn de verschillende invalshoeken?

Het probleem zoals de persoon het ziet
Het probleem zoals de persoon er over denkt
De emoties waarmee de persoon het probleem omringt
De manier waarop de persoon zich op dat moment voelt
De zaken die de persoon deed voor, tijdens en nadat de problemen opdoken

Met andere woorden: cognitieve therapie trekt de problemen uit elkaar in verschillende problemen. Op die manier worden problemen die eerst onaantastbaar leken plots wel oplosbaar.

Syndicatie