Hart- en vaatziekten: steeds meer druk om zoutgehalte in voeding te beperken
Hart- en vaatziekten: steeds meer druk om zoutgehalte in voeding te beperken
Verenigde Staten willen voedingsbedrijven dwingen om minder zout te gebruiken
Volgens recente medische rapporten is zout nog slechter voor patiënten met hart- en vaatziekten dan aanvankelijk wordt aangenomen. Sommige wetenschappers menen te mogen stellen dat het nadelig effect van het gebruik van zout kan worden vergeleken met roken. Er wordt steeds meer druk uitgeoefend om het zoutgehalte in voeding te beperken. De Verenigde Staten willen voedingsbedrijven zelfs dwingen om minder zout te gebruiken. Op die manier zouden grote besparingen in de gezondheidszorg mogelijk gemaakt worden.
Thomas Frieden, directeur van het Amerikaanse Centers for Disease Control and Prevention, is er voorstander van om voedingsbedrijven op vrijwillige basis het zoutgehalte in voedingsmiddelen te beperken. Doen ze dit niet, dan zouden er verplichte maatregelen moeten worden opgelegd om het zoutgehalte te verlagen. Frieden, een bekende Amerikaanse voedingsspecialist, stelt dat deze maatregelen noodzakelijk zijn om de zoutconsumptie terug te dringen. Hij publiceerde een studie daaromtrent in het vakblad Annals of Internal Medicine.
Frieden kwam tot de conclusie dat een vrijwillige beperking door de industrie de consumptie van zout meer zal beperken dan wetten dat zou kunnen doen. De gemiddelde Amerikaan zou volgens Frieden momenteel ongeveer 3.900 milligram zout per dag gebruiken. Dat is meer dan het dubbele van wat door de Amerikaanse overheid als richtinggevend wordt voorgeschreven. De berekening gebeurde door
Stanford University via een onderzoek dat eveneens door Annals of Internal Medicine werd gepubliceerd.
Frieden stelt nog vast dat drievierde van het Amerikaans zoutgebruik afkomstig is van voedingsproducten, van bereide maaltijden en van restaurantbezoek. Het is dus niet zo dat de gemiddelde Amerikaan zelf te kwistig omspringt met het zoutvaatje. Het is voor die doorsnee Amerikaan dus bijzonder moeilijk om zijn zoutgehalte te verminderen, om de eenvoudige reden dat hij of zij er zelf geen of heel weinig greep op heeft. Het is aan de voedingsproducenten om hun producten minder zoutrijk te maken. Frieden richtte in die zin een oproep aan de industrie.
Het antwoord is inmiddels bekend. Melissa Musiker, senior manager science policy, nutrition and health bij de Grocery Manufacturers of America, is van mening dat er al heel wat inspanningen worden geleverd om het zoutgehalte te verlagen. Campbell Soup Co, de grootste soepproducent in de wereld, en Hormel Foods Corporation zijn twee voorbeelden van bedrijven die volgens Musiker al grote inspanningen hebben geleverd om het zoutgehalte te verlagen. Wanneer de Verenigde Staten het voorbeeld van het Verenigd Koninkrijk zouden volgen, waar al eerder beperkende maatregelen opgelegd werden, zou de consumptie van zout met ongeveer 10% kunnen dalen.