Genetische oorzaak schizofrenie en manisch-depressiviteit?
Genetische oorzaak schizofrenie en manisch-depressiviteit?
Aangeboren aanleg schizofrenie en manisch-depressiviteit kan op erfelijke overdraagbaarheid wijzen
Uit nieuw onderzoek blijkt dat schizofrenie en manisch-depressiviteit een gemeenschappelijke genetische oorzaak hebben. Daarmee krijgt een discussie die al meer dan een eeuw woedt nieuwe voeding.
Het vermoeden van een band tussen schizofrenie en manisch-depressiviteit bestond namelijk al langer. Een aantal symptomen van beide aandoeningen zijn bovendien hetzelfde, zoals bijvoorbeeld de snelle stemmingswisselingen.
Groter risico op schizofrenie en manisch-depressiviteit wanneer deze aandoeningen al in de familie voorkomen
Een Zweeds onderzoek, gebaseerd op statistische cijfergegevens over 9 miljoen Zweden uit 2 miljoen families, leidde tot de identificatie van 36.000 gevallen van schizofrenie en 40.500 manisch-depressiviteit.
Bleek dat de risico’s op schizofrenie en manisch-depressiviteit groter waren wanneer iemand met een eerstegraadsband aan de aandoening leed. Die kansen kunnen zelfs 8 tot 9x groter worden in geval van onmiddellijke bloedverwantschap.
Geadopteerde kinderen kunnen aanleg voor schizofrenie en/of manisch-depressiviteit meenemen naar adoptiefamilie
Naargelang het bloedverwantschap afneemt, verkleinen ook de kansen om schizofrenie en manisch-depressiviteit te ‘erven’. Halfbroers of zusters hebben 3,6x meer kans op schizofrenie en 4,5x meer kans op manisch-depressiviteit in geval de moeder dezelfde is. Bij dezelfde vader is dat respectievelijk 2,7x en 2,4%.
In geval van een volle broer of zus bedragen zouden de kansen volgens het onderzoek respectievelijk 8 à 9x en 4x bedragen. Geadopteerde kinderen met een biologische ouder die lijdt aan één van de aandoeningen lopen een veel grotere kans op schizofrenie en manisch-depressiviteit. Omgevingsfactoren spelen een rol, maar lijken minder belangrijk dan de genetische factoren.