Kinderen die veel huilen: verschil tussen KiSS I en KiSS II syndroom

Kinderen die veel huilen: verschil tussen KiSS  I en KiSS II syndroom

Kinderen die veel huilen kunnen aan het KiSS-syndroom lijden, maar er moet een onderscheid worden gemaakt tussen KiSS  I en KiSS II

Tot in de tweede helft van de jaren 90 was nog geen duidelijke differentiatie tussen de verschillende KiSS-kinderen uitgewerkt. Ondertussen onderscheidt dokter Heiner Biedermann twee uitgesproken types. Dankzij deze indeling kunnen we de evolutie die de zuigelingen doorlopen beter in kaart brengen en de behandeling preciezer plannen.

In grote lijnen kunnen we stellen dat kinderen van het type KiSS I het hoofdje in een gefixeerde zijdelingse houding scheef houden en dat de zuigelingen  van het type KiSS II het hoofd ver naar achter overstrekken. Omdat dit klinisch beeld in het boek steeds weer ter sprake komt zetten we de meest typische kenmerken van de twee groepen hier nog eens op een rijtje. Men mag hierbij niet vergeten dat de meeste kinderen niet duidelijk tot één van de twee groepen behoren, maar kenmerken van de twee types door elkaar vertonen.

KiSS I werd vroeger “musculaire scheefhals” genoemd. Deze baby´s houden het hoofd zo sterk scheef dat ze in de hals dikwijls een vochtige, ontstoken huidplooi krijgen. Ze kunnen slechts naar een kant kijken en het stimuleren van de andere kant gaat zeer moeizaam of lukt zelfs helemaal niet.
KiSS II heeft als opvallendste  kenmerk de extreem achterwaartse houding van het hoofd, het gaat hier over de zogenaamde “symmetrisch” scheve kinderen. Bij hen stellen we een zwakke kaak- en mondmusculatuur vast, de rugspieren zijn te sterk aangespannen en de spieren aan de voorkant te weinig. Zij kunnen hun hoofd en dus ook hun ogen moeilijk gecontroleerd richten. Zij hebben zuig- en slikstoornissen: ze zuigen slecht, zwak en niet lang genoeg. Zij nemen te veel lucht op als ze drinken en hebben daarom last van winderigheid. In plaats van het klassieke “boertje” na het eten, geven deze kinderen over.

Als kinderen spugen na de voeding denken de meeste kinderartsen onmiddellijk aan pylorospasme -  dat is de ondoorgankelijkheid van de maaguitgang door aanhoudende kramp van de pylorus of maagportier. Dat moet in elk geval eerst onderzocht worden vooraleer aan de halswervelzuil te denken als mogelijke oorzaak van het probleem. De bovenvermelde symptomen kunnen dan helpen een juiste diagnose te stellen: een achterwaartse hoofdhouding en weinig spierspanning om de mond zijn typisch voor KiSS problemen en hebben met maagportierkrampen  niets te maken.

Syndicatie