Borstvoeding kan risico’s op borstkanker doen afnemen
Borstvoeding kan risico’s op borstkanker doen afnemen
Aanwezigheid van borstkanker in de familie kan een extra stimulans vormen om voor borstvoeding te kiezen
Borstvoeding kan de risico’s op borstkanker doen afnemen, zo blijkt uit een nieuwe studie. Dit geldt op de eerste plaats voor vrouwen in wiens familie een voorgeschiedenis van borstkanker aanwezig is. Dit kan uiteraard een extra stimulans vormen om voor borstvoeding te kiezen.
De resultaten van de studie eigenlijk verbluffend. Het geven van borstvoeding kan de risico’s op premenopauzale borstkanker met bijna 60% reduceren. Dit percentage is volgens de onderzoekers overtuigend genoeg om in geval van zwangerschap de mogelijkheid van borstvoeding te overwegen.
De studie werd uitgevoerd door een team waar Alison Stuebe, assistent professor of obstetrics and gynecology aan de University of North Carolina deel van uitmaakte. Het was Alison Stuebe die ook de uitslag van het onderzoek publiceerde. Publicatie gebeurde in de Archives of Internal Medicine.
Vorige studies suggereerden eveneens dat er een link zou kunnen bestaan tussen borstvoeding en borstkanker. Probleem was echter dat de uitslagen van die onderzoeken niet eensluidend waren. Vaak betrof het vrouwen die al borstkanker hadden en die ondervraagd werden of ze al dan niet borstkanker hadden gegeven en, zo ja, in welke mate. De bedoeling van het onderzoek was ditmaal om informatie te verzamelen alvorens borstkanker werd vastgesteld en om vervolgens de geschiedenis van de onderzochte vrouwen op te volgen.
Het onderzoek gebeurde erg grondig, want Stuebe en haar collega’s verzamelden informatie over meer dan 60.000 vrouwen die in de Verenigde Staten deelnamen aan de Nurses' Health Study II tussen 1997 en 2005 en die vervolgens moeder waren geworden. De vrouwen kregen een vragenlijst voorlegd, waarbij onder andere werd gepolst naar demografie, afmetingen van het lichaam, de manier van leven enzovoort. Dezelfde vragen werden om de twee jaren gesteld. Uiteraard werden de deelnemers ook uitgebreid ondervraagd over het geven van borstvoeding. Een belangrijk onderdeel van het onderzoek richtte zich op het voorkomen van borstkanker in de familie. Bovendien werd ook regelmatig gecheckt of de vrouwen zelf aan borstkanker leden.
Op het einde van de follow-up periode in juni 2005 vond het team van Stuebe 608 gevallen van premenopauzale borstkanker, waarbij 99% van de gevallen werd bevestigd door een uitgebreid medisch dossier. De gemiddelde leeftijd van de vrouwen waarbij borstkanker werd vastgesteld bedroeg 46 jaar. Over de ganse doelgroep bleken vrouwen die borstvoeding hadden gegeven 25% minder kans te hebben gehad om borstkanker te ontwikkelen.
Een belangrijke link werd gelegd met vrouwen bij wie borstkanker in de familie vaker voorkwam. Er bleken namelijk belangrijke verschillen op te duiken bij vrouwen waar er wel een familiegeschiedenis van borstkanker was en waar dat niet het geval was. In geval van een familiegeschiedenis bleek de kans op het krijgen van borstkanker met 59% te zijn gereduceerd wanneer er borstvoeding was gegeven.