Zijn kankermedicijnen te duur?

Zijn kankermedicijnen te duur?

 

Farmabedrijven hebben vaak alleen eigen winstgevendheid op het oog

 

Farmabedrijven maken grote winsten van slechts kleine aanpassingen in kankerbestrijders, zo luidde een stelling die op de jaarlijkse meeting van de American Society for Clinical Oncology werd verdedigd.  

 

De nieuwe geneesmidden hebben als gemeenschappelijk kenmerk dat ze veel geld kostten, maar in de meeste gevallen het leven van een patiënt slechts met enkele weken verlengen. Het meest efficiënt bij de bestrijding van kanker zijn de geneesmiddelen die specifiek naar de cellen gestuurd worden, het zogeheten drug targeting. Slechts in relatief weinig gevallen worden deze target drugs nieuw ontwikkeld.

 

Otis Brawley, chief medical officer bij de American Cancer Society, is van mening dat een groot aantal patiënten behandelingen krijgt die ze niet werkelijk nodig hebben. Onder andere bedrijven als Novartis, Wyeth en Pfizer hebben enkele zeer dure medicijnen in hun portefeuille. Precies omdat die zo duur zijn, swingen de gezondheidskosten de pan uit. Bovendien wordt er ook nog eens veel tijd verspild met behandelingen die weinig nut hebben.

 

Als voorbeeld van een duur geneesmiddel wordt nogal eens verwezen naar Avastin van Roche. Dit geneesmiddel, met een jaaromzet van bijna 5 miljard dollar, werd in 2004 goedgekeurd en heeft bewezen daadwerkelijk doeltreffend te zijn in de bestrijding van verschillende soorten kanker, waaronder borst-, long- en darmkanker en hersentumoren. Uit proeven was destijds gebleken dat Avastin het leven van patiënten met darmkanker met een vijftal maanden kon verlengen.

 

Meteen ontstond de hoop dat het medicijn dat verdere studies nog meer verlenging van de levensduur bij andere types van kanker zou aantonen of ook positieve resultaten zou opleveren bij kanker in een vroeg stadium. Dat is tot dusver onvoldoende gebleken. In een aantal gevallen van borstkanker werd de vooruitgang van de ziekte weliswaar enigszins afgeremd, maar van echt spectaculaire resultaten was zeker geen sprake.

 

Toch blijft de medische wereld Avastin voorschrijven omdat het de symptomen van de ziekte helpt bestrijden. Op zich is daar geen bezwaar tegen, ware het niet dat de kostprijs voor een behandeling met Avastin al snel hoog oploopt. In één studie werd aangetoond dat het medicijn er niet in slaagde te voorkomen dat een patiënt met darmkanker herviel. In het eerste jaar blijven weliswaar meer patiënten gespaard van een terugkeer van de ziekte, maar dat effect blijkt niet van lange duur te zijn.

 

Wat betreft de behandeling van kanker in een vroeg stadium: de bedoeling van de medicatie moet dan zijn om de genezingsratio te verbeteren. Avastin zou daar onvoldoende toe bijdragen. Volgens sommige wetenschappers zou het medicijn de kanker onderdrukken maar zonder hem te doden. Succes zou alleen maar mogelijk zijn in geval van een zeer lange behandeling, die uiteraard ook erg duur zou zijn.

 

Roche zelf blijft er bij dat Avastin wel degelijk een rol kan spelen bij de behandeling van kanker in zeer vroeg stadium. Bovendien wordt het medicijn steeds verder op punt gesteld. William Burns, hoofd van de farmaceutische divisie van Roche, verwacht dat de verkopen in 2012 of 2013 kunnen pieken op 8 miljard dollar. Roche heeft veel ervaring opgedaan met Herceptin en wil die ervaring nu ook aanwenden voor Avastin.

 

Syndicatie