Minder Europeanen sterven van kanker dankzij het tijdig stoppen met roken

Minder Europeanen sterven van kanker dankzij het tijdig stoppen met roken

Vooral Europeanen van middelbare leeftijd profiteren van dalende trend fatale kankergevallen

Minder Europeanen sterven van kanker, zo blijkt uit recent onderzoek. In de eerste helft van dit decennium daalde het aantal sterfgevallen met minstens 8%, op de eerste plaats dankzij het feit dat steeds meer mensen stoppen met roken. Vooral Europeanen van middelbare leeftijd profiteren van de dalende trend in het aantal fatale kankergevallen.

De cijfers over de evolutie van het aantal sterfgevallen ingevolge kanker stond te lezen in het blad Annals of Oncology. De grootste daling vond plaats bij het het aantal sterfgevallen ingevolge longkanker, de vorm van kanker die steeds het eerste aan roken wordt gelinkt. Daarnaast waren er ook minder sterfgevallen van maag- en darmkanker.

Het aantal sterfgevallen ingevolge kanker piekte in Europa in 1998 en vertoont sindsdien een gestadig dalende trend. Het onderzoek werd uitgevoerd door een Italiaans team onder aanvoering van Carlo La Vecchia, hoofd epidemiologie aan het Mario Negri Institute en professor aan de Universiteit van Milaan. Tussen 2000 en 2004 waren er 168 kankerdoden voor elke 100.000 mannen en 96,90 doden voor elke 100.000 vrouwen. Tien jaar voordien waren er dat nog respectievelijk 185,20 en 104,80. La Vecchia brengt de daling van het aantal sterfgevallen ingevolge kanker rechtstreeks in verband met de niet aflatende campagnes van de Europese overheden om het roken te ontmoedigen. Over een periode van 10 jaar is het roken in openbare aangelegenheden in vrijwel elk land verboden.

De daling in het aantal sterfgevallen ingevolge longkanker is opmerkelijk, maar ook maag- en darmkanker zijn duidelijk op hun retour, mede vanwege de strengere aanpak van het roken. Belangrijk bij de evolutie van het aantal sterfgevallen ingevolge kanker is ook de snellere opsporing. Hoe sneller kankergevallen worden opgespoord, hoe groter de kans op een succesvolle behandeling. Die snelle behandeling is vooral belangrijk bij baarmoederhals- en borstkanker. Mogelijk speelt hier ook mee dat vanaf 2002 er minder gebruik wordt gemaakt van hormonentherapie, waardoor het aantal gevallen van borstkanker is afgenomen.

Naargelang van het land zijn er nogal wat verschillen, wat uiteraard het gevolg is van verschillen in de rookgewoonten. Hongarije, Tsjechië en Polen scoren het slechtst, Zweden, Finland en Zwitserland het best. De meeste kankerdoden bij vrouwen vallen in Denemarken, Hongarije en Schotland te betreuren, de minste in Spanje, Griekenland en Portugal.

Syndicatie