Help, er zit een spook onder mijn bed! Tips om angsten bij kinderen weg te nemen

Angsten van kinderen worden vaak door inbeelding ingegeven, diezelfde inbeelding kan die angsten ook helpen bestrijden

Help, er zit een spook onder mijn bed! Veel ouders worden vroeg of laat met dergelijke irrealistische angsten bij hun kinderen geconfronteerd. In heel wat gevallen helpen geruststellende woorden niet, het kind is er namelijk vast van overtuigd dat er wel degelijk ‘iets' onder zijn of haar bed verborgen zit. Het kan dan ook heel wat moeite kosten om zo'n peuter weer aan het slapen te brengen.

Angsten van kinderen worden vaak door inbeelding ingegeven, diezelfde inbeelding kan die angsten ook helpen bestrijden. Deze strategie is zelfs aangewezen bij kinderen van vier jaar of jonger. Blijf in hun fantasiewereld en help hen zo om in hun eigen wereld hun angstfantasieën te bestrijden.

Wat zijn mogelijke oplossingen? Eén van de mogelijkheden is om water richting iets denkbeeldigs te spuiten, met als verklaring dat het speciale anti-monsterspray is. Een andere oplossing is vertellen dat het om een vriendelijk monster gaat dat op zoek is naar nieuwe vriendjes.

De bekende psychiater Liat Sayfan, onderzoeker aan de University of California in Davis is van mening dat het in de imaginaire wereld van de kinderen blijven de beste oplossing is. In plaats van werkelijkheid in hun leefwereld te brengen, is het beter om hen krachtiger te maken in die wereld. Wanneer ze voelen dat ze macht hebben over de monsters die ze zien, zal de angst bij kinderen snel afnemen.

Hoe jonger de kinderen zijn, hoe beter deze strategie volgens Sayfan zal werken. Bij oudere kinderen is het moeilijker om hen uit een imaginaire wereld te helpen en hen te leren leven met de echte wereld. De resultaten van het onderzoek uitgevoerd door Sayfan en zijn team stonden te lezen in het tijdschrift Child Development.

Bij zijn studie maakte hij gebruik van 48 kinderen, evenredig verdeeld over 4 tot 7-jarigen. Deze kinderen kreeg een verhaal te horen waarin een kind alleen werd voorgesteld of vergezeld door een andere persoon (moeder, vader, vriendje of vriendinnetje van hetzelfde geslacht). In elk verhaal ontmoette het kind een imaginair wezen dat mogelijk schrik zou kunnen aanjagen. Na elk scenario werden de angsten openlijk besproken en werden oplossingen aangereikt.

De jongens kozen vaker de confrontatie met het monster aan te gaan, de meisjes hadden eerder de neiging om te vluchten. Wel waren er duidelijke verschillen wat betreft leeftijd. Uiteindelijk verdween het probleem vanzelf met de leeftijd. Oudere kinderen, vanaf de leeftijd van 7 jaar, zijn vaker geneigd om een reality check te doen, in de aard van ‘monsters bestaan niet'. Maar eigenlijk wisten ook de 4-jarigen al dat het monster niet echt was.

Syndicatie